Home

Financiën

Op 18 februari 2020 heeft uw Raad een nieuwe set van financiële ijkpunten vastgesteld. De indeling in Stabiliteit, Weerbaarheid en Flexibiliteit is blijven bestaan. Een aantal ijkpunten is hard genormeerd en kennen daarnaast streefwaarden. Van andere financiële ijkpunten is de ontwikkeling in de tijd van belang. Afgesproken is dat we de scores op deze financiële ijkpunten zowel bij de begroting als bij de jaarstukken in beeld brengen.
In onderstaande tabel ziet u dat in deze begroting de weerstandsratio elk jaar licht oploopt. Dat komt voornamelijk door het positieve begrotingssaldo in 2027 en 2028. Dit saldo wordt toegevoegd aan de saldireserve, die het jaar erop vervolgens hoger is. De meerjarige risico's blijven grosso modo gelijk. De weerstandsratio komt hiermee in ieder jaar ruim boven de bandbreedte van 1,2-1,5 uit. Ons college plaatst dit in perspectief. In deze begroting zijn voor het eerst de ombuigingen van € 24 miljoen verwerkt en is een stelpost onderuitputting opgenomen vanaf 2027. De kans op forse jaarrekeningoverschotten wordt hiermee kleiner. Bovendien zijn er meerjarig grote financiële onzekerheden, zoals nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, de kosten van jeugdzorg in combinatie met de financiële uitdagingen van het Rijk, en het feit dat we als gemeente op de middellange termijn voor forse investeringen staan, voor zowel vervanging als uitbreiding. Dit in ogenschouw genomen vindt ons college het verstandig om de weerstandsratio deze jaren boven het maximum van de bandbreedte te houden.

Het begrotingssaldo is voor 2026 en 2029 negatief, voor de jaren 2027 en 2028 positief. Het structurele begrotingssaldo is in alle jaren van deze meerjarenbegroting positief. Hierbij merken we op dat er, door de grotendeels incidentele compensatie van het Rijk, vanaf 2028 extra uitdagingen voor jeugdzorg op ons afkomen als gevolg van de Hervormingsagenda. Bovendien zijn een aantal posten door ons college incidenteel gedekt; deze lasten tellen dus niet mee in ons structurele saldo.


Onze solvabiliteitsratio daalt de komende jaren licht maar blijft gedurende de periode boven de signaalwaarde van 20%. De daling is in lijn met de ontwikkeling bij veel andere gemeenten en een kenmerk van de financiële positie van veel gemeenten op dit moment. Het eigen vermogen blijft de komende jaren stabiel, maar door een stijging van het totale vermogen als gevolg van de toenemende investeringen daalt de solvabiliteitsratio, voornamelijk van 2026 naar 2027.
De netto schuldquote geeft inzicht in de mate waarin de schuldenlast drukt op de exploitatie. In de eerste twee jaar van deze begroting verwachten we geen nieuwe langlopende geldlening aan te hoeven trekken, maar lossen we wel gestaag af op onze oude leningen, waardoor onze schuldquote op termijn daalt. De (netto gecorrigeerde) schuldquote stijgt van 2025 naar 2026 en 2027 omdat we eind 2026 minder geld in 's Rijks schatkist hebben. Dat leidt per saldo tot een hogere schuld. In de jaren erna daalt de schuldquote licht. Met de verwachte investeringen in ons ruimtelijk domein en als gevolg daarvan een eventueel nieuw benodigde lening zal dit op middellange termijn de quote doen stijgen.
Vanwege een hoger artikel 12-tarief, neemt de onbenutte belastingcapaciteit (dat is de OZB-opbrengst die we nog kunnen genereren wanneer we artikel 12 gemeente zouden worden) toe van 2026 naar 2027; daarna vindt er een daling plaats.  
Uiteraard blijven we de komende jaren ook onder de normen van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Per saldo kunnen we op basis van onderstaande cijfers concluderen dat de financiële positie van de gemeente Amersfoort de komende jaren goed is. Op de langere termijn, vanaf 2028, wordt dit onzeker. Ontwikkelingen in ons ruimtelijke domein, op jeugdzorg, en vanuit het Rijk zullen sterk van invloed zijn op onze financiële positie.

Tabel: FP.01 IJkpunten
(x mln.)

IJKPUNTEN

EENHEID

WERKE-LIJK 2024

BEGRO-TING 2025 **

BEGRO-TING 2026

RAMING 2027

RAMING 2028

RAMING 2029

NORM / SIGNAAL-WAARDE

Stabiliteit

1.

Ontwikkeling van saldo van baten en lasten (inclusief mutaties reserves)

€ mln.

46,3

-15,5

-4,5

4,0

2,8

-0,5

> = 0

2.

Structureel exploitatiesaldo

%

8,3%

4,9%

2,1%

1,6%

0,9%

0,4%

0 - 1%

3.

Saldo van baten en lasten
(realisatie versus begroting)*

€ mln.

45,3

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t

Weerbaarheid

4.

Weerstandsvermogen

ratio

2,4

3,7

2,1

2,2

2,3

2,5

1,2 - 1,5

5.

Netto-schuldquote

%

28,6%

30,6%

35,8%

39,2%

38,4%

36,7%

100%

5b.

Gecorrigeerde netto-schuldquote

%

23,5%

25,5%

30,7%

34,1%

33,1%

31,4%

n.v.t.

6.

Solvabiliteit

%

31,4%

28,3%

25,6%

22,4%

21,4%

20,5%

20%

Flexibiliteit

7.

Netto-rentequote

%

-0,1%

0,2%

0,3%

0,6%

0,8%

0,9%

n.v.t.

8.

Afschrijvingsquote

%

2,5%

3,0%

2,9%

3,8%

4,5%

4,9%

n.v.t.

9.

Belastingcapaciteit

%

98,5%

100,1%

98,5%

98,5%

98,5%

98,5%

n.v.t.

10.

Onbenutte belastingcapaciteit

€ mln.

3,0

0,8

3,3

2,7

1,9

2,0

n.v.t.

Overige verplichte indicatoren

11.

EMU-saldo

€ mln.

6,6

-86,9

-104,3

-149,6

-45,4

-30,9

n.v.t.

12.

Grondexploitatie

%

5,4%

5,0%

0,6%

4,3%

5,0%

5,1%

n.v.t.

13.

Kasgeldlimiet

€ mln.

58,1

62,3

65,2

62,5

59,8

59,6

n.v.t.

14.

Renterisiconorm

€ mln.

136,7

146,5

153,4

146,9

140,6

140,3

n.v.t.

15.

Overhead

%

7,5%

8,3%

8,3%

8,6%

8,8%

8,8%

n.v.t.

* Dit ijkpunt betreft een vergelijking tussen het begrote saldo van baten en lasten en de realisatie. 
 Dit ijkpunt is dus alleen beschikbaar in de jaarstukken.

** Dit betreft de actuele begroting 2025.

Deze pagina is gebouwd op 10/07/2025 13:19:04 met de export van 10/07/2025 12:54:51