Inleiding
De gemeente wil inzicht hebben en houden in de risico’s, waardoor we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven ernaar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid en de te bereiken doelen. Dit doet Amersfoort door maatregelen te treffen ter voorkoming of beperking van risico’s, het bewustzijn van medewerkers en management vergroten dat risico's onderdeel zijn van het reguliere werk en risico’s bewust onderdeel uit te laten maken van bestuurlijke besluitvorming.
Deze paragraaf bestaat uit de weergave van de belangrijkste financiële risico’s van de gemeente. Deze financieel gewaardeerde risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) worden vervolgens in relatie gebracht met de beschikbare weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen (dat is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit, ofwel de weerstandsratio) geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is ('voldoende vet op de botten heeft') om de financiële gevolgen van deze risico's op te vangen.
Beleidskader / algemene uitgangspunten
Ter voorbereiding op deze begroting is een actualisatie van de risico-inventarisatie uitgevoerd. Risico’s met financiële effecten worden meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit.
Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Regelmatig moeten we stilstaan bij onze doelstellingen van beleid, programma of project. Ook moeten we nadenken over welke risico's het bereiken van deze doelstellingen in de weg staan. Pas als we onze risico's kennen, kunnen we ook gepaste maatregelen treffen. Hierdoor zijn we als organisatie beter in staat onze doelstellingen te realiseren.
De kengetallen voor netto schuldquote, solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit en de beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie leest u terug in het onderdeel IJkpunten financiële positie .
Risicoprofiel
Op basis van de in 2025 uitgevoerde risico-inventarisatie hebben wij voor de begroting 2026 ons risicoprofiel bepaald.
De risico’s bestaan enerzijds uit risico’s die, op het moment dat deze zich voordoen, de gemeente geld gaan kosten (financieel risicoprofiel). Bijvoorbeeld bij het realiseren van een grondexploitatie betekent dit dat de doelstelling – realiseren van bepaalde gebiedsontwikkeling - wel gerealiseerd kan worden maar tegen hogere kosten.
Anderzijds onderscheiden we risico’s die uiteindelijk mogelijk ook geld kosten, maar waar het accent veel meer ligt op het realiseren van beleidsinhoudelijke doelen, kwaliteit van dienstverlening en continuïteit van de bedrijfsvoering en dergelijke (organisatie risicoprofiel). De komende tijd ontwikkelen we het risicomanagementproces door. Deze ontwikkeling hebben we met uw raad besproken tijdens de Dag van de Jaarstukken in 2025. Concreet zullen de uitkomsten hiervan ook van invloed zijn op de informatiewaarde van deze paragraaf.
Hieronder zijn de belangrijkste risico’s toegelicht. Per risico zijn ook de belangrijkste beheersmaatregelen genoemd: wat te doen om de risico’s te voorkomen dan wel te beperken?
Waar van toepassing is het financieel effect opgenomen: voor de risico’s met een direct kwantificeerbaar effect is het bedrag voor de benodigde weerstandscapaciteit bepaald (bedragen x € mln.).
Tabel: PW.01 Top 25 belangrijkste risico's
(x mln.)
RISICO | BEHEERSMAATREGEL | FINANCIEEL EFFECT* | |
---|---|---|---|
1. Programma Omgeving | |||
1.2 Grondexplotaite en Ruimtelijke Ordening | |||
Gebiedsexploitatie Hoefkwartier | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 6,7 | |
Grondexploitatie Kop van Isselt - ROVA | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 6,0 | |
Grondexploitaties algemeen: Risico op mislopen WBI-subsidie | 1. Het inzichtelijk maken van alle factoren welke invloed kunnen hebben op de planning van het project. | 5,0 | |
Grondexploitaties algemeen: Vertraging planning door netcongestie | Netcongestie vormt een steeds groter actueel probleem waarvan de precieze impact voor de projecten momenteel nog niet duidelijk is. | 3,1 | |
Grondexploitaties algemeen: Stijging gemeentelijke omslagrente | Het risico van een stijgende financieringsrente is afhankelijk van externe factoren welke niet/moeilijk zijn te beïnvloeden. Het blijven monitoren van deze ontwikkelingen is een beheersmaatregel om tijdig te kunnen anticiperen op mogelijke financiële gevolgen voor de gemeentelijke grondexploitaties. | 1,9 | |
Grondexploitatie Vathorst Bedrijventerrein | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 1,8 | |
Grondexploitatie Wieken / Bloeidaal | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 0,9 | |
Risico strategisch vastgoed: dat bij verkoop de opbrengst lager is dan de boekwaarde van het desbetreffende strategische vastgoed. | Periodieke toetsing of de boekwaarde niet hoger is dan de marktwaarde. Als dat wel zo is, dan moet er afgeboekt worden. | 0,7 | |
2. Programma Sociaal | |||
2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | |||
Hogere zorglasten dan begroot door het onvoldoende kunnen behalen van de maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd | Samen met de contractpartner per 1 januari 2024 voor specialistische jeugdhulp werken we verder hard aan de hervorming van de jeugdhulp. | 2,7 | |
De wet Omzetbelasting is in juli 2022 aangepast bij het onderdeel 'ter beschikking stellen van personeel'. De aangepaste regelgeving houdt een risico in dat (een deel) van (nieuw) ingekochte diensten in het sociaal domein (op termijn, namelijk bij ingang nieuwe contracten) BTW plichtig zouden kunnen worden waardoor de kosten van de ingekochte diensten aanzienlijk hoger uit zouden kunnen vallen. | In het contract met de jeugdaanbieder, is zorgvuldig afgewogen op welke wijze de dienstverlening zodanig vorm gegeven kan worden dat dit risico, daar waar mogelijk, beperkt kan worden. | 0,7 | |
Wmo aanbieders die een beroep doen op de gemeente voor financiele ondersteuning bij het voordoen van (ondernemers) risico's. | Vanuit gemeente goed contact onderhouden met aanbieders om tijdig knelpunten te signaleren waardoor het mogelijk is eventueel bij te sturen. | 0,5 | |
2.2 Werk en Inkomen | |||
Sociaal domein, werk en inkomen Het risico is aanwezig dat het bijstandsvolume in Amersfoort negatief afwijkt van het landelijk gemiddelde. Dit zorgt voor lagere inkomsten dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. Daarnaast staat geregeld de wijze waarop de middelen binnen de BUIG worden verdeeld landelijk ter discussie. Dit kan zowel een negatief als een positief effect hebben. Ook is er vanaf 2026 een taakstellende bezuiniging ingeboekt. Het risico is dat de aantallen minder afnemen dan nodig om dit te kunnen realiseren. | Er wordt voortdurend gekeken naar maatregelen om het bijstandsvolume terug te dringen. | 0,4 | |
2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | |||
De geraamde bedragen voor onderwijshuisvesting gaan uit van energiezuinig en klasse B frisse scholen, maar niet van BENG en evenmin van ENG. Vanaf 1-1-2021 geldt in het Bouwbesluit 2020 de eis van BENG en daar moeten de Coöperaties Samenfoort PO en Samenfoort VO aan voldoen (BENG = Bijna Energie Neutrale Gebouwen; ENG = Energieneutraal/gasloos). | In de afspraken (raadsbesluit van 21 november 2017) is vastgelegd, zijn de Coöperaties financieel verantwoordelijk, ook voor het managen van risico's. Voor zover sprake is van risico's met gevolgen voor de uitvoering van het integraal huisvestingsplan komen die iedere 4 jaar bij de herijking aan de orde. Bij deze herijking hebben partijen (gemeente) de mogelijkheid om het het huisvesstingsplan aan te passen en daarmee de mogelijkheid de kosten te beinvloeden. | 0,6 | |
Netcongestie: Extra kosten als gevolg van het niet kunnen aansluiten van nieuwe onderwijshuisvesting op het stroomnet. Samenfoort is genoodzaakt om extra kosten te maken om nieuwe schoolgebouwen te kunnen gebruiken (bijv. accupakketten). Risico is dat uit de herijking 2026 blijkt dat Samenfoort de business case niet sluitend kan houden. | Zoals in de afspraken is vastgelegd, worden de Coöperaties financieel verantwoordelijk, ook voor het managen van risico's. Voor zover sprake is van risico's met gevolgen voor de uitvoering van het integraal huisvestingsplan komen die iedere 4 jaar bij de herijking aan de orde. De eerstvolgende herijking wordt in 2026 verwacht. | 0,5 | |
3. Programma Bedrijvigheid | |||
3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | |||
Er is achterstand ontstaan in de realisatie van vervangingen en grootonderhoud in de openbare ruimte (door diverse oorzaken) en de kosten van materialen en personeel zijn opgelopen en lopen nog verder op. | In 2026 actualiseren we het ‘integraal beheerplan openbare ruimte’ voor de periode 2026-2035. Dit geeft een nauwkeurige onderbouwing van de kosten voor onderhoud en vervanging, gebaseerd op het prijspeil van 2026, en rekening houdend met toekomstige prijsontwikkelingen en veranderingen in het te onderhouden areaal | 2,4 | |
Door onvoorziene vertragingen in noodzakelijk groot onderhoud en vervangingen ontstaan kosten om de veiligheid ("=minimale" kwaliteit) te borgen. | Door te monitoren op kwaliteit is er inzicht in de kwaliteit van de openbare ruimte en de veranderingen die daarin optreden. Daardoor sturen we gericht op de aanpak van plekken met de grootste onderhoudsbehoefte. Door in overleg te blijven met alle relevante partijen kunnen we ontwikkelingen voorzien en daarop vroegtijdig inspelen. | 0,8 | |
Voor de openbare ruimte werken we met meerjarige contracten. Bij het afsluiten van nieuwe contracten via aanbestedingen kunnen we worden geconfronteerd met prijsverhogingen. Dit als gevolg van veranderende marktomstandigheden en nieuwe/aanvullende gemeentelijke eisen aan beheer/onderhoud. | Prijsverhogingen kunnen -deels- worden doorberekend in tarieven. Dit geldt voor tarieven op het gebied van afval en riolering. | 0,8 | |
Herstelkosten als gevolg van extreme weersomstandigheden (droogteschade, storm- en vorstschade, en wateroverlast). | Met onze regelmatige veiligheidscontroles en beheermaatregelen beperken we het risico van stormschade zoveel mogelijk. Bij herinrichting van de openbare ruimte houden we rekening met de actuele inzichten op dit gebied om de risico's van overtollig water en droogte op lange termijn zo efficiënt mogelijk te beheersen. Droogteschade wordt beperkt door maatregelen om water vast te houden en rekening te houden met de beplantingskeuze. | 0,5 | |
4. Programma Bestuur | |||
4.1 Dienstverlening | |||
Inkomsten uit leges (omgevingsvergunning) blijven onzeker omdat zij mee-fluctueren met de economische ontwikkelingen. Ondanks nieuwe wetgeving (WKB/Omgevingswet) blijft bouwtoezicht nodig. Het risico bestaat dat de legesinkomsten de kosten niet voldoende dekken. Dit wordt aan de ene kant veroorzaakt door minder legesinkomsten (voor sommige categorieën vervalt de technische toets) en aan andere kant door meer handhaving. | We monitoren de hoeveelheid legesaanvragen. We werken met een flexibele schil met betrekking tot inhuur van personeel. Hierdoor is het mogelijk de inzet en daarmee de kosten op- en af te schalen. | 0,6 | |
5. Programma Algemene Dekkingsmiddelen | |||
5.1 Financiën | |||
Prijsontwikkeling is hoger dan compensatie via prijs-accres gemeentefonds | In de gaten houden van de ontwikkelingen op dit terrein aan de hand van circulaires. | 0,6 | |
Organisatiebreed | |||
Het risico dat de gemeente onvoldoende goede mensen kan binden en werven vanwege de krappe arbeidsmarkt. | Binden | n.v.t. | |
Risico dat onvoldoende wordt geanticipeerd op impactvolle externe ontwikkelingen, waaronder pandemieën en crises, en hierdoor minder gemeentelijke doelen worden gerealiseerd. | - Blijven werken aan bewustwording op externe omgeving om op tijd in te kunnen spelen op snel veranderende omstandigheden. | n.v.t. | |
-. Risico op discontinuïteit bedrijfsvoering door verstoring automatisering door cyberdreigingen. | - Blijven investeren in cultuur van bewustwording automatiserings-risico’s. | n.v.t. | |
Door ontbreken van scherpe doelstellingen bestaat het risico dat niet kan worden vastgesteld of maatschappelijk effect bereikt is/wordt. | - Transparantie in de mogelijkheden die de gemeente heeft om maatschappelijke effecten- en doelen te bereiken. | n.v.t. | |
De bereidheid om risico’s te nemen (accepteren) is niet volwassen en te impliciet. Dit leidt tot besluiteloosheid en suboptimale resultaten. | - Blijven bevorderen van een open cultuur waarbij vanuit vertrouwen en professionaliteit ‘alles op tafel komt’. | n.v.t. |
Benodigde weerstandscapaciteit
Ons financiële risicoprofiel bepaalt onze benodigde weerstandscapaciteit. Dit is het bedrag dat nodig is om de financiële gevolgen van de risico’s op te vangen. Aangezien niet alle financiële risico’s tegelijkertijd en in maximale opvang optreden, maken we gebruik van een simulatie-methode om de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen te bepalen.
Deze benodigde weerstandscapaciteit bedraagt, bij een zekerheidspercentage van 90%, € 52,1 miljoen. Dit betekent dat we met 90% zekerheid kunnen zeggen dat het totale risicobedrag tussen de € 0 en € 52,1 miljoen uitkomt. Dit bedrag hebben we nodig als tijdelijke overbrugging om onze risico’s financieel op te vangen. Wel dienen we, als de risico's zich voordoen, incidentele of structurele maatregelen te treffen om de gevolgen van de risico's op te vangen.
Onderstaande tabel laat zien hoe de benodigde weerstandscapaciteit vanuit de verschillende programma’s is opgebouwd.
Tabel: PW.02 Benodigde weerstandscapaciteit
(x mln.)
PROGRAMMA | BEGROTING 2026 (STAND 30-06-2025) | JAARREKENING 2024 (STAND 31-12-2024) | STIJGING/ DALING T.O.V. JAARREKENING 2024 |
---|---|---|---|
1. Programma Omgeving | 32,3 | 26,5 | |
1.1 Energietransitie | 0,1 | 0 | ↑ |
1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke Ordening | 31,2 | 25,1 | ↑ |
1.3 Wonen | 0,3 | 0,3 | = |
1.4 Mobiliteit | 0,7 | 1,1 | ↓ |
2. Programma Sociaal | 7,4 | 5,7 | |
2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | 4,8 | 3,2 | ↑ |
2.2 Werk en Inkomen | 1,0 | 1,0 | = |
2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | 1,6 | 1,5 | ↑ |
3. Programma Bedrijvigheid | 7,1 | 4,9 | |
3.1 Economie | 0,1 | 0,1 | = |
3.2 Kunst, Cultuur en evenementen | 0,1 | 0,0 | ↑ |
3.3 Handhaving | 0,0 | 0,0 | = |
3.4 Sociale en fysieke veiligheid | 0,3 | 0,2 | ↑ |
3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | 6,6 | 4,6 | ↑ |
4. Programma Bestuur | 3,4 | 3,8 | |
4.1 Dienstverlening | 1,5 | 1,4 | ↑ |
4.2 Bestuur en regionale samenwerking | 0,2 | 0,2 | = |
4.3 Bedrijfsvoering | 1,7 | 2,2 | ↓ |
5. Programma Algemene dekkingsmiddelen | 1,9 | 0,7 | |
5.1 Financiën | 1,9 | 0,7 | ↑ |
TOTAAL | 52,1 | 41,6 |
Tabel: PW.03 Risico’s met grootste mutatie weerstandscapaciteit
(x mln)
OMSCHRIJVING | PROGRAMMA | BEGROTING 2026 | JAARREKENING 2024 | MUTATIE |
---|---|---|---|---|
Grondexploitaties algemeen: Risico op mislopen WBI-subsidie | 1. Omgeving | 4.959 | 0 | 4.959 |
Grondexploitaties algemeen: Vertraging planning door netcongestie | 1. Omgeving | 3.119 | 0 | 3.119 |
Er is achterstand ontstaan in de realisatie van vervangingen en grootonderhoud in de openbare ruimte (door diverse oorzaken) en de kosten van materialen en personeel zijn opgelopen en lopen nog verder op. | 3. Bedrijvigheid | 2.347 | 236 | 2.111 |
Grondexploitaties algemeen: Stijging gemeentelijke omslagrente | 1. Omgeving | 1.886 | 0 | 1.886 |
Project Verduurzaming gemeentelijke vastgoed: | 1. Omgeving | 76 | 1.347 | -1.271 |
Hogere zorglasten dan begroot door het onvoldoende kunnen behalen van de maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd | 2. Sociaal | 2.713 | 1.768 | 945 |
Project Verduurzaming Gemeentelijk Vastgoed: Netcongestie. Het stroomnet voor grootverbruik aansluitingen is vol. Wijzigingen in aansluiting of introductie van terug leveren is niet mogelijk. Bij aansluitingen voor kleinverbruik zijn aanpassing in aansluitwaarde of terugleveren nog wel mogelijk. | 1. Omgeving | 82 | 794 | -712 |
De nieuwe ontsluitingsweg Vathorst-Bovenduist behoeft een aangepaste aansluiting op de N199 / A1. Er is nog geen overeenstemming met de betrokken mede-overheden over de aansluitvorm en partijen hebben verschillende voorkeursscenario's. Het voorkeursscenario van Rijkswaterstaat heeft een fors nadelig financieel effect ten opzichte van de gemeentelijke businesscase. Het risico bestaat dat Rijkswaterstaat vasthoudt aan dit scenario. | 1. Omgeving | 66 | 752 | -686 |
Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied | 1. Omgeving | 1.565 | 2.147 | -582 |
Prijsontwikkeling is hoger dan compensatie via prijs-accres gemeentefonds | 5. Algemene Dekkingsmiddelen | 551 | 0 | 551 |
De wet Omzetbelasting is in juli 2022 aangepast bij het onderdeel 'ter beschikking stellen van personeel'. De aangepaste regelgeving houdt een risico in dat (een deel) van (nieuw) ingekochte diensten in het sociaal domein (op termijn, namelijk bij ingang nieuwe contracten) BTW plichtig zouden kunnen worden waardoor de kosten van de ingekochte diensten aanzienlijk hoger uit zouden kunnen vallen. | 2. Sociaal | 646 | 209 | 437 |
In 2025 is met succes de aanbesteding maatschappelijke opvang afgerond en als gevolg een wijziging van aanbieder. Deze opent de nieuwe opvanglocatie in juli 2026. Indien dit proces vertraging oploopt, buiten de verantwoordelijkheid van de nieuwe aanbieder, of als er andersinds problemen ontstaan met de opvangcapaciteit als gevolg van de wisseling van aanbieder leidt dit tot minder opvangplekken. | 2. Sociaal | 323 | 0 | 323 |
Ten opzichte van de vorige inventarisatie (jaarrekening 2024) is de benodigde weerstandscapaciteit toegenomen met € 10,5 miljoen. Deze toename wordt verklaard door gewijzigde en nieuwe risicobeoordelingen.
Voorbeelden van nieuwe risico's zijn: Binnen de grondexploitaties zijn, zoals vermeld in de Zomerrapportage 2025, aanvullende risico's opgenomen, onder meer met betrekking tot de omslagrente, netcongestie en de onzekerheid rondom toekenning van de WBI-subsidies. Deze risico's worden in het in 2026 vast te stellen meerjarenprogramma grondexploitaties (MPG) bij de specifieke grondexploitaties ondergebracht maar zijn nu overall gedefinieerd.
Voorbeelden van gewijzigde risico's zijn: De onderhoudsopgave in de openbare ruimte is opnieuw in kaart gebracht, waarbij is gebleken dat het bijhorende risicobedrag fors hoger ligt dan eerder aangenomen. Een risico waarbij het benodigd weerstandsvermogen juist daalt betreft Verduurzaming Vastgoed. Het risico van gestegen bouwprijzen heeft zich reeds voorgedaan en hier wordt rekening mee gehouden in de ramingen. Eventuele verdere prijsstijgingen worden opgevangen door fasering van projecten en meegenomen in nieuwe jaarschijven, zie ook de Kadernota 2026-2029.
Verloop benodigde weerstandscapaciteit (Meerjarenperspectief)
De benodigde weerstandscapaciteit zal in de komende jaren naar verwachting afnemen van € 52,1 miljoen in 2026 naar € 45,3 miljoen in 2029 zoals zichtbaar in onderstaande tabel.
In de opbouw van de benodigde weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen risico's die betrekking hebben op de grondexploitaties en de overige (programma) risico's.
Tabel: PW.04 Verloop benodigde weerstandscapaciteit
(x € mln.)
JAARREKENING 2024 | BEGROTING 2026 | BEGROTING 2027 | BEGROTING 2028 | BEGROTING 2029 | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal programma-risico's (excl. grondexploitaties) | 21,8 | 32,9 | 33,8 | 33,9 | 32,9 |
Totaal risico's grondexploitaties | 19,9 | 19,1 | 18,1 | 16 | 12,4 |
TOTAAL BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT | 41,7 | 52,1 | 51,9 | 49,9 | 45,3 |
De daling in het meerjarenperspectief wordt grotendeels veroorzaakt door de afname in de benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties. De basis voor het meerjarenperspectief van de grondexploitaties is het in juni 2025 vastgestelde meerjarenprogramma grondexploitaties (MPG ) 2024. Het MPG laat voor de bestaande grondexploitaties op termijn een daling zien van het benodigde weerstandsvermogen. Voor het merendeel van de grondexploitaties geldt dat in de loop der jaren het risicoprofiel daalt en daarmee de benodigde weerstandscapaciteit. In dit geactualiseerde meerjarenprogramma worden nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet meegenomen. Dit omdat de ontwikkelstrategie nog niet vastligt en ook andere ruimtelijke en financiële kaders niet zijn vastgesteld (besluit raad). Toch kunnen deze ontwikkelingen, voor bijvoorbeeld Kop van Isselt, Bovenduist en de herontwikkeling van het huidige Stadhuis(gebied) een substantieel risicoprofiel met zich meebrengen. Dit is mede afhankelijk van de gekozen ontwikkelstrategie.
Voor de overige (programma) risico's fluctueert de benodigde weerstandscapaciteit in begrotingsjaren 2027-2029, zij het minimaal. De fluctuatie wordt met name veroorzaakt door het risico van achterstanden in de realisatie van vervanging en groot onderhoud in de openbare ruimte in programma Bedrijvigheid. Daarnaast door het risico dat het huidig of nieuw kabinet minder middelen ter beschikking stelt voor het uitvoeren van het klimaatakkoord en door het risico binnen Programma Sociaal dat betrekking heeft op de aanpassing van de wet Omzetbelasting waardoor ingekochte diensten BTW-plichting kunnen worden .
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de saldireserve. Deze reserve kunnen we inzetten om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen.
Tabel: PW.05 Beschikbare weerstandscapaciteit
(x mln.)
JAARREKENING 2024 | BEGROTING 2026 | |
---|---|---|
Stand saldireserve | 100,7 | 110,9 |
TOTAAL BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT | 100,7 | 110,9 |
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan bij de jaarrekening 2024. Dit komt onder andere door het jaarrekeningresultaat 2024 (€ 29,8 miljoen) dat bij bestemming is toegevoegd aan de saldireserve, verminderd met ontwikkelingen in het jaar 2025, waaronder het negatieve saldo in jaar 2025 in de begroting 2025-2028.
Weerstandsvermogen
Als indicator gebruiken we de weerstandsratio. De weerstandsratio is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Met andere woorden: het bedrag dat we aan reserves beschikbaar hebben om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen, gedeeld door het bedrag dat we op basis van ons risicoprofiel nodig hebben. Deze ratio moet eigenlijk conform de door uw Raad vastgestelde ijkpunten tussen de 1,2 en 1,5 liggen. De weerstandsratio komt in 2026 op 2,1 uit en stijgt de jaren erna richting 2, 5 zoals zichtbaar in onderstaande tabel.
Tabel: PW.06 Verloop van het weerstandsvermogen
(x mln.)
JAARREKENING 2024 | BEGROTING 2026 | BEGROTING 2027 | BEGROTING 2028 | BEGROTING 2029 | |
---|---|---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 100,7 | 110,9 | 113,2 | 115,1 | 114,6 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 41,6 | 52,1 | 51,9 | 49,9 | 45,3 |
WEERSTANDSVERMOGEN (RATIO) | 2,4 | 2,1 | 2,2 | 2,3 | 2,5 |
Het beeld van de weerstandsratio is de komende jaren positief met een licht stijgende tendens. De ratio voor 2026 en de jaren erna is hiermee behoorlijk op peil, maar moeten we in perspectief zien. Er zijn een aantal ontwikkelingen en aandachtspunten die onzeker zijn en sterk van invloed op de weerstandsratio.
- Zoals in de paragraaf grondbeleid is aangegeven zijn er nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die nog niet zijn meegenomen in de risico's, met een bandbreedte van € 10 - € 25 miljoen.
- In d e huidige begroting is structureel € 24 miljoen aan ombuigingen verwerkt. Deze taakstelling moet voor het eerst in 2026 worden behaald en dit brengt onzekerheid met zich mee. We sturen strakker op budgetten.
- In de huidige meerjarenbegroting is vanaf 2027 een stelpost onderuitputting opgenomen van € 7 miljoen die allerminst zeker is. In de beschikbare weerstandscapaciteit telt deze cumulatief mee tot € 21 miljoen in 2029. Zonder deze post zou de weerstandsratio rond de 1,9 liggen in 2029.
Alles in ogenschouw genomen zijn we met deze weerstandsratio financieel gezond.